De dag dat de hoornaars vielen

Gepubliceerd op 7 november 2025 om 20:34

Nee, het was vandaag geen gewone dag in ons dorp. Geen dag van klaver en kastcontrole, van koffie bij Gerjan en een praatje bij de brievenbus. Het was een dag van sirenes, linten en mannen in pakken dikker dan een winterbij. Van die pakken waar je zelfs een stevige storm mee zou trotseren, als je tenminste niet struikelt over je eigen laarzen.

Want het nest van Aziatische hoornaars, dat Els een paar weken geleden had gespot voor haar deur werd vandaag geruimd. En niet zomaar met een ladder en een vliegenmepper, nee, met een lans van achttien meter en een stofzuiger die klonk alsof hij de halve Kempen kon opslokken.

De weg werd afgezet. De buurt gewaarschuwd: ramen dicht, deuren op slot, kinderen binnen, katten onder de bank. Zelfs de duiven van Kees bleven op hun hok, alsof ze het gevaar voelden aankomen. Toen kwamen ze. Grijze mannen met helmen, brillen, en een blik alsof ze net uit een sciencefictionfilm waren gestapt. Eén van hen had een bril zo groot als een verrekijker, de ander liep rond met een telefoon als camera en microfoon alsof hij de hoornaars persoonlijk ging interviewen.

En Els? Die stond op haar stoep, armen over elkaar, met een blik van “zie je wel.” Ze had het nest als eerste gezien, hoog in de boom, ver boven de nok van haar huis “Ik dacht eerst dat het een voetbal was,” zei ze, “maar daarvoor was hij te groot".

 

Stukje bij beetje werd het nest leeggezogen. Af en toe viel er een brok naar beneden, zo groot als een meloen, zo dreigend als een onweerswolk boven de Kempen. Meteen werd het opgepakt, in een ton gegooid, en vernietigd. Geen ontsnapping. Geen genade. Want één koningin die wegkomt, betekent volgend jaar weer ellende. Dat zei de imker ook, die het tafereel van een afstandje volgde, met zijn handen in de zakken en zijn pet scheef op het hoofd. “Ze vreten alles op,” bromde hij. “Bij, hommel, wesp, maakt ze niks uit. Alles wat zoemt is voer.”

En zo werd het een dag van actie, ja, maar ook van bewustwording. De mensen spraken met elkaar, over de natuur, over indringers, over hoe snel iets kan veranderen. Zelfs Judith, die normaal alleen over worstenbroodjes, en vogeltaartjes praat, vertelde met overtuiging. “Als je niet weet hoe een hoornaar eruitziet, herken je wel de ellende als je er een ziet.”

In drie kwartier was het hele nest verdwenen. Alleen een paar verdwaasde hoornaars zoemden nog rond, alsof ze niet konden geloven dat hun imperium zo snel gevallen was. En ik? Ik stond achter het lint, met mijn notitieboekje en een gevoel van opluchting. Want mijn bijen, die brave werksters, kunnen weer vliegen zonder angst. En dat is wat telt.

De natuur is mooi, maar ze duldt geen indringers. En vandaag, op een gewone vrijdag die ineens bijzonder werd, hebben we dat samen bewezen. Dankzij Els, dankzij de mannen in pakken, en dankzij een dorp dat weet wanneer het moet zwijgen en wanneer het moet handelen.

 

Met dank aan Imkervereniging Ambrosius Bladel

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.