
Rabarber (Rheum rhabarbarum) is een vaste plant uit de duizendknoopfamilie, herkenbaar aan zijn dikke, roodgroene bladstelen en grote bladeren. De bladeren zijn giftig, maar de stelen worden veel gebruikt in compotes, taarten en jams vanwege hun frisse, zure smaak.
Rabarber groeit goed in een vochtige, humusrijke bodem en gedijt het best op een halfschaduwrijke plek. De plant is winterhard en kan jarenlang geoogst worden, meestal van april tot juni. Na deze periode neemt het oxaalzuurgehalte toe, wat de consumptie minder gezond maakt.
Qua voedingswaarde is rabarber caloriearm (ongeveer 21 kcal per 100 gram), rijk aan vezels, vitamine K en antioxidanten. Door het oxaalzuur kunnen tanden stroef aanvoelen; een glas melk na het eten helpt dit te neutraliseren. Rabarber is een dankbare groente die weinig onderhoud vraagt en een kleurrijke aanvulling is in de moestuin.
Zaai instructie
- Voorweken: 1 - 3 uur
- Buiten zaaien onder glas: midden maart - midden april
- Kiemen: 14 - 21 dagen
- Kiemtemperatuur: 18 - 21 °C
- Zaaidiepte: ½ - 1 cm
- Uitplanten: midden mei - eind juni
- Plantafstand: 50 - 100 cm
- Standplaats: zonnig
- Oogstperiode: vanaf het 2e jaar eind april - eind juni

De teelt;
Voor de teelt is een diepe middelzware bodem nodig met een op de behoefte afgestemde hoeveelheid vocht. Drassige en zure gronden zijn ongeschikt. Voor het planten moet er diep, 80 cm, bemest worden met natuurlijke mest als voorraadbemesting ca 8 kg per m2. Rabarber stelt verder weinig eisen aan zijn standplaats en groeit vrijwel overal. Heeft niet veel licht nodig en lijdt niet onder de winter.
Spruiten die 1 of 2 zijknoppen hebben worden in het najaar geplant op een tussenafstand van 100 cm. Voor de meeste gezinnen voldoet echter 1 plant. Bij het plaatsen in de grond moet ervoor gezorgd worden dat de zijknop ongeveer 5 cm onder het bodemoppervlak zit. Tijdens de winter worden de plantjes beschermd door een dun laagje compost, of stromest. Het tweede jaar kan er geoogst worden van april tot eind juni.
Verzorging;
Jaarlijks in het najaar de planten bemesten met verse compost en eens in de 3 a 4 jaar ter afdekking kalksteen strooien. Tijdens de groei de bodem goed vochtig houden dus regelmatig sproeien. In maart en na de oogst in juni nog bijmesten met 200 gr gedroogde koemest per m2 per keer.
Reactie plaatsen
Reacties